zondag 3 april 2011

Het is vijf over twaalf: de nieuwe lente van het CDA

Wie het congres van afgelopen zaterdag beleefd zou hebben zonder enige kennis van de politieke context van dit moment, moet werkelijk een feestgevoel overgehouden hebben: een uitstekende sfeer, positieve instelling bij partij, fractie en congres – wat wil een mens nog meer?
Na al het gesomber en gezeur van de afgelopen maanden is het signaal duidelijk: we gaan opnieuw groeien. In een eerder blog had ik al gezegd, dat het CDA zich nu in zijn ‘meest compacte vorm ooit’ bevindt, en ik voeg daar nu graag aan toe, dat vandaaruit alleen maar groei mogelijk is. Laat de struik die in deze lente ontluikt, zo breed mogelijk uitwaaieren.
Waar Ad Koppejan het vandaan haalt, dat het voor het CDA vijf vóór twaalf is, wordt ook in het artikel in Trouw niet erg duidelijk. De partij bruist van het élan en van de betrokkenheid, dat was tijdens het congres wel te merken.
Volgens mij is het vijf óver twaalf: een nieuw dag is begonnen, een nieuwe fase van groei.

Of de aangenomen resoluties over Animal Cops en over passend onderwijs al een blijk waren van deze nieuwe manier van doen en laten, zo werd mij gevraagd. En ja, ik denk dat kritische ledengeluiden meer en meer tot het gemeengoed van het CDA gaan horen. Maar wat vindt u dan van het feit dat Tony de Bos niet gekozen is tot penningmeester? Is dat ook de nieuwe wind die door de partij gaat waaien? Of is dat alleen maar, omdat de combinatie van provinciaal voorzitter en penningmeester niet ideaal is? Ach, de vraag stellen is hem beantwoorden.

Natuurlijk ben ik blij met de motie-De Visser, de tweede landelijke motie die mijn naam draagt. De eerste stamt uit de tijd dat ik lid was van het landelijk bestuur van de toenmalige hervormde kerk. Ook toen heb ik met succes gepoogd uitersten te verbinden en brokken (polarisatie) te voorkomen.
We gaan aan het werk, Ruth op het partijbureau, en wij gewoon allemaal, ieder op zijn of haar plek in de partij. Er moet veel, heel veel gedaan worden. Maar we beginnen niet bij nul. De rapporten van Frissen en het CDJA zijn duidelijk in koers en richting. De uitkomsten van de deelsessies (ik ben benieuwd op welke manier die tot ons komen) tellen even hard mee.
Maar als het gaat om een inhoudelijke aanzet voor de discussie over de vier uitgangspunten en de mogelijkheden die daaruit ontstaan voor een politiek die typerend is voor het nieuwe CDA, verwijs ik toch wel graag naar het boek Herkenbaar anders. Het CDA 2.0. De bedoeling van dat geschrift is steeds geweest de aanzet tot een discussie. Kennelijk is daar nu de tijd rijp voor – nu pas.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten