maandag 6 juni 2011

Het gezeur over Griekenland zat

(NB Dit blog heb ik geschreven toen de crisis nog vrij jong was. Of de argumenten nog gelden, laar ik graag aan de lezer(s) over).

Griekenland moet geholpen worden, daar zou geen twijfel over behoren te bestaan. De eerste reden is van mythologische aard. Immers, zonder Griekenland geen Europa. De bakermat van onze beschaving ligt (ook) in Griekenland. Het mooie meisje Europa was de dochter van een koningspaar uit Fenicië, het oude Kanaän. Toen de oppergod Zeus haar zag spelen langs de stranden van de Middellandse Zee, werd hij zo verliefd op haar, dat hij zichzelf in een witte stier veranderde. Hij ontvoerde haar naar Kreta, waar hij in een ‘gewone man’ veranderde. Het mooie meisje was verbijsterd, en wilde terug naar haar vaderland. “Nee”, zo sprak Aphrodite, de godin van de liefde, vanuit de hemel, “ik heb het hart van Zeus op hol gejaagd, en jij bent nu zijn aardse godin. Onsterfelijk zal je naam worden, want het vreemde werelddeel dat je opgenomen heeft zal van nu af Europa heten!” Zonder de Griekse oppergod en zonder de Griekse godin van de liefde zou Europa niet eens bestaan!

Het tweede argument is een kwestie van goed lezen. Er is geen enkele bepaling in de Europese verdragen die het mogelijk maakt, dat de Unie aan  de ene of andere staat het lidmaatschap ontzegt. Ook al gaan alle Europese landen op hun kop staan, ze kunnen geen bepaling inroepen die hun de bevoegdheid geeft om een land uit de E.U. te zetten. De Europese Unie heeft namelijk slechts minimumvoorwaarden geformuleerd voor de toetreding van een land tot de E.U., en voorts alleen nog solidariteitsafspraken. Voor een goed beeld: stel je voor, dat Frankrijk de bevoegdheid zou hebben om het Nederlandse lidmaatschap ter discussie te stellen en een procedure zou kunnen starten om ‘ons’ er uit te gooien! Hoe hard sommigen ook roepen om Griekenland e.d. uit de E.U. te gooien: het kan gewoon niet.
Het is wél mogelijk om de bevoegdheden van een land in te perken, maar alleen dan als er sprake is van schending van de beginselen van vrijheid, democratie, eerbiediging van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (art. 6 en 7 van het Verdrag betreffende de Europese Unie. Dat is niet aan de orde, dus niemand kan de bevoegdheden van Griekenland in de EU inperken – ook Nederland niet.
Wel kan een land sinds enige jaren (Verdrag van Lissabon, art. 50), zelf besluiten “overeenkomstig zijn eigen grondwettelijke bepalingen” zich uit de EU terug te trekken. Het moet dus uit de Grondwet van Griekenland zelf voortvloeien dat het lidmaatschap wordt opgezegd. Met andere woorden: als Griekenland nu om monetaire of financiële redenen een verzoek zou indienen om zich te mogen terugtrekken uit de EU, zou de EU nog kunnen zeggen: dat komt niet in jullie Grondwet voor, we nemen jullie verzoek niet in behandeling.

Het derde argument is een kwestie van rekenen. Netto heeft Nederland in 2010 slechts 3,5 miljard euro aan Europa betaald. Dat is nog geen € 220 per inwoner! Een doorsnee gezin met vier mensen betaalt aan ‘Europa’ dus € 880 per jaar. In return for: geen invoerrechten op goederen, geen paspoortcontroles bij de grens, geen beperkingen in de internationale handel, geen wisselkoerskosten, gezamenlijke aanpak grensoverschrijdende criminaliteit, Europese aanpak van milieuproblematiek en dierenwelzijn etc. En dan is de belangrijkste nog niet genoemd: al meer dan zestig jaar vrede, ongekend in de geschiedenis van Europa. Reken vervolgens maar uit: dat gaat over 3 à 5.000 euro per jaar. Mag uit dat overschot dat het totaalbedrag niet eens benadert, een garantie naar Griekenland gegeven worden? De 5 miljard die de minister nu heeft toegezegd, komt neer op ruim 300 euro per inwoner. Dus: ongeveer het minimale voordeel dat iedere Nederlander jaarlijks aan Europa beleeft, wordt nu eenmalig als lening verstrekt. Mag het gezeur eens afgelopen zijn?



Tenslotte. Het gaat niet alleen om de solidariteit met Griekenland, maar ook met de 15 andere eurolanden. De Nederlandse bijdrage aan de lening(en) aan Griekenland bedraagt 5,88%. Duitsland en Frankrijk staan samen al garant voor bijna de helft (53 miljard) en jawel, Italië en Spanje doen ook nog eens gezamenlijk mee voor 33 miljard. Het risico is niet afwezig, maar wel te overzien.

De conclusie kan niet anders luiden dan de eerste zin van dit artikel: Griekenland moet geholpen worden.