dinsdag 1 november 2011

Mauro mag volgens Europees Verdrag niet uitgezet worden

In art. 34 van het Europees verdrag van de rechten van de mens staat onder andere, dat iedere natuurlijke persoon een verzoekschrift bij het Hof kan indienen. De lidstaten bij dit verdrag verplichten zich er volgens datzelfde artikel toe “de doeltreffende uitoefening van dit recht op generlei wijze te belemmeren”.
Op zich is dit gegeven al voldoende om vast te stellen, dat de regering Mauro niet mag uitzetten, als hij een verzoekschrift aan het Europese Hof richt. Uitzetting of uitlevering betekent namelijk, dat dat recht door die Staat wordt verhinderd, zeker als de uitzetting hem naar Angola leidt.

In het geval dat de Nederlandse regering Mauro toch uitzet, overtreedt zij deze regel, en dan kan het Europese Hof (of in noodgevallen de President van het Hof) de Nederlandse regering een interim measure opleggen.
Zo’n tussentijdse maatregel (een voorlopige voorziening) wordt verhoudingsgewijs veel aangevraagd, maar niet vaak toegepast. Blijkens een bekende uitspraak van het Hof (de zaak Mamatkulov en Askarov tegen Turkije (Applications nrs. 46827/99 en 46951/99; http://bit.ly/tSzP5Q) hanteert het Hof deze regel eigenlijk alleen in zaken met betrekking tot art. 2 (recht op leven), art. 3 (verbod op foltering), en in uitzonderlijke gevallen tot art. 8 (recht op family life). De grote meerderheid van gevallen, waarin een interim measure werd opgelegd, gaat echter over deportatie- en uitzettingsprocedures.

Als Mauro een verzoekschrift aan het Europese Hof richt met het verzoek de uitspraak van de Raad van State te vernietigen, mag de Nederlandse regering hem niet uitzetten, anders overtreedt zij het Verdrag. Dan kan het Hof de regering verbieden Mauro uit te zetten, zolang de procedure loopt.
De kans dat het beroep van Mauro op art. 8 slaagt, is groot. Het Hof is gebonden aan de internationale verdragen die het  toetst; het Hof toetst niet langs de Nederlandse regels over discretionaire bevoegdheden, of langs het Nederlandse asielbeleid.

Hieruit volgt onvermijdelijk, dat het niet uitmaakt, of de CDA-fractie zich voor of tegen de moties van de oppositie uitspreekt: Mauro blijft gewoon. In onzekerheid, maar toch. En hoe erg het soms ook is, dat de procedures bij het Hof zolang duren: in dit geval duurt het duurt waarschijnlijk zelfs langer dan hij nodig heeft om zijn MBO af te ronden. 

Maassluis, 1 november 2011