vrijdag 16 november 2012

Weigerambtenaar bestaat niet – feestweigerambtenaar wel


Eén van de lastigste problemen rondom weigerambtenaren, zelfs bij het advies dat de Raad van State daar op maandag 12 november 2012 over heeft gegeven (samenvatting en complete tekst), is dat de kern van de huwelijkssluiting niet wordt benoemd.

Die kern is heel eenvoudig te vinden voor wie de moeite neemt de wet erop na te slaan (art. 67 van boek 1 van het Burgerlijk Wetboek). Een huwelijk wordt voltrokken doordat de aanstaande echtgenoten een verklaring afleggen ten overstaan van een ambtenaar van de burgerlijke stand. Daar moeten dan 2, 3 of 4 meerderjarige getuigen bij zijn, en meer is het niet. Als de (aanstaande) echtgenoten die verklaring afgegeven hebben, dan verklaart de ambtenaar dat zij “door de echt aan elkander zijn verbonden” en hij maakt daar een akte van op. Het huwelijk komt uitsluitend tot stand door de verklaring van de echtgenoten, en helemaal niet door een handeling van de ambtenaar. De ambtenaar is er ‘slechts’ om de formaliteiten te controleren, en een akte op te maken van de verklaring van de echtgenoten. Naar mijn stellige overtuiging is er geen één ambtenaar - van welke signatuur ook - te vinden die hiertegen bezwaar maakt, ook niet als het homo’s betreft. Controleren en een akte ondertekenen: dat is de wettelijke taak van de ambtenaar van de burgerlijke stand. Deze handeling kan desnoods in de hal van het gemeentehuis verricht worden, of in een kamertje apart.

Waar ambtenaren wel tegen te hoop kunnen lopen, is dat hun wettelijke taak met tal van andere zaken is uitgebreid. Ze moeten een religieus aandoend ritueel leiden met een toespraak, met ringen, bloemen, cadeaus enz. Ze moeten zich in de geschiedenis van de aanstaande echtgenoten verdiepen en aan de verzamelde feestgangers vertellen hoe deze elkaar gevonden hebben. Ze moeten naar door het bruidspaar uitgekozen locaties om daar, in toga en al, het feest van de echtgenoten luister bij te zetten.
Dit verzet is niet alleen juridisch verdedigbaar, maar het is nimmer als verzet tegen de overheid of overheidstaken op te vatten.

Weigerambtenaren bestaan niet, wel feest-weigerambtenaren.

Als de Raad van State zich dit gerealiseerd had, had het advies een stuk korter kunnen zijn. Het had ook kunnen luiden: Niemand kan verplicht worden namens de gemeente feest te vieren.


Overigens 1: het wetsvoorstel zelf is te knullig voor woorden. Er staat alleen maar in, dat er op toegezien moet worden, dat alle ambtenaren van de burgerlijke stand zich aan art. 1 van de Grondwet moeten houden. Hoe overbodig wil je het hebben.

Overigens 2: dit wetsvoorstel gaat dus helemaal niet, althans niet uitsluitend, over het zgn. homohuwelijk. Sterker nog: in Nederland bestaat helemaal geen homohuwelijk, net zo min als een zigeunerhuwelijk of een negerhuwelijk. De wet stelt geen enkele beperking aan de geaardheid van degenen die een huwelijk willen sluiten. De discussie is dan ook een non-discussie, oftewel een discussie voor de Bühne. Wel van belang is het gegeven dat hier sprake is van gelijkberechtiging van alle bevolkingsgroepen. Daar is, zoals gezegd, geen wet, maar wel heel veel aandacht voor nodig.

maandag 29 oktober 2012

Kwartiermaker Europese verkiezingen benoemd



Dankzij de snelle ondersteuning van voldoende enthousiaste mensen kon de resolutie “Kwartiermaker Europese Verkiezingen” op het CDA-congres van 27 oktober 2012 behandeld worden. Het partijbestuur adviseerde negatief, maar een aantal commissies die zich met Europa bezighouden, vonden het onderwerp belangrijk genoeg om ervoor te zorgen, dat het bestuur hoge prioriteit geeft aan dit onderwerp. Zo ook het CDJA, en enkele individuele leden.

Het uiteindelijke effect is, dat het bestuur veel meer gegeven heeft, dan er gevraagd is. Want, zo zei het bestuur, als we de resolutie zo mogen lezen, dat de kwartiermaker ‘de werkgroep Europa’ is, dan nemen we deze resolutie graag over!

Dus: we vroegen alleen om later een besluit te nemen over de kwartiermaker, maar we hadden geen persoon of termijn in gedachten. En nu benoemt het bestuur, staande de vergadering, de kwartiermaker. Beter en sneller hadden we het ons niet kunnen voorstellen!

Op de site dichtbij.nl stond zaterdagavond al een artikeltje ver de resolutie, omdat deze een Amsterdams tintje zou hebben. (Ik wijs er nadrukkelijk op, dat ik niet de man ben die daar op de foto staat!) Kennelijk voelen Amsterdammers zich toch trots op hetgeen zich zaterdag in Rotterdam heeft afgespeeld. Of dat in gelijke mate geldt voor wat er zich tussen deze steden zondag in Rotterdam heeft afgespeeld, weet ik niet natuurlijk.

Hoe dan ook, alle ondersteuners en adviseurs hartelijk dank!

Winant Quaedvlieg, jij en de werkgroep Europa: gefeliciteerd met jullie benoeming tot Kwartiermaker!

donderdag 11 oktober 2012

Resolutie over Europese Verkiezingen


Op de valreep heb ik met ruim 30 ondertekenaars de volgende resolutie aan het Partijbestuur van het CDA doen toekomen:

Resolutie Kwartiermaker Europese Verkiezingen

Het CDA Congres te Rotterdam bijeen op 27 oktober 2012


Constateert:

1.  Het CDA heeft van oudsher grote waarde gehecht aan de vorming en ontwikkeling van wat thans de Europese Unie is.

2.  In 2014 zullen naast de gemeenteraadsverkiezingen ook de verkiezingen voor het Europese Parlement gehouden worden.
   
3.  Voorkomen moet worden dat de Europese verkiezingen het sluitstuk van alle verkiezingsinspanningen in 2014 gaan worden.

Overweegt:

4.  De landelijke en plaatselijke verkiezingen hebben, ook in de media, bijna automatisch veel aandacht.

5.  In de huidige economische en financiële crisis is het noodzakelijk dat aan de Europese verkiezingen veel meer aandacht wordt besteed dan in voorgaande jaren; daarbij gaat het niet uitsluitend om electoraal gewin, maar ook en met name om de waarde die onze partij aan alle Europese vraagstukken hecht.

6.  Om te bevorderen dat deze Europese verkiezingen blijvend in de aandacht  van de partij staan, is het noodzakelijk daar één of meer mensen een bijzondere opdracht voor te geven. Daartoe is een centraal aanspreekpunt het beginpunt: een kwartiermaker.

7.  Deze opdracht voor de kwartiermaker bestaat tenminste uit het samenstellen van een team dat de campagne inhoudelijk voorbereidt; dat team wordt samengesteld uit Europarlementariërs, fractieleden van de Tweede Kamer met buitenland en/of Europa in de portefeuille, leden van de Buitenlandcommissie van de partij, en enkele daartoe aan te zoeken leden. Daarnaast kan de kwartiermaker de opdracht krijgen campagnefondsen voor te bereiden.

8.  Deze kwartiermaker fungeert met de voorgestelde commissie als een denktank ten behoeve van de aanstaande campagne. De kwartiermaker zal met inhoudelijke aanbevelingen komen naar het bestuur, dat de resultaten meegeeft aan de campagnecommissie voor de Europese Verkiezingen en aan het Voorjaarscongres van 2013. Onderwerpen die daarbij aan de orde dienen te komen zijn de lijsttrekkersverkiezingen en adviezen ten behoeve van een tijdige en brede discussie over het programma voor de Europese Verkiezingen 2014.

Spreekt uit:

Het bestuur benoemt een kwartiermaker voor de Europese verkiezingen,

En gaat over tot de orde van de dag


maandag 10 september 2012

Vraag over peilingen CDA


Een blog mag volgens mij ook wel een vraag bevatten. Mijn punt is dit. In 2010 stemden ruim 1,2 miljoen mensen op het CDA. Een absoluut dieptepunt. Daarin werd het CDA ‘afgestraft’ voor de periode-Balkenende, wat je daar verder ook van mag vinden.

Zouden er van die 1,2 miljoen van twee jaar geleden echt 400.000 zijn, die nu zeggen: ik ga naar de PvdA, de VVD of de SP? En zo ja, op grond waarvan?

Zou het echt zo zijn, dat die mensen van mening zijn, dat het CDA er nu slechter voor staat qua inhoud, presentatie, geloofwaardigheid, betrouwbaarheid enz. dan twee jaar geleden?

Ik kan het ook anders zeggen: ik geloof de opiniepeilers gewoon niet. Misschien word ik afgestraft, maar misschien ook helemaal niet.

Wie sleept mijn onzekerheid de komende dagen door?

vrijdag 7 september 2012

Comeback van het CDA


Laten de VVD en de PvdA vooral doorgaan met de oude titanenstrijd om de grootste partij van Nederland te worden. Intussen is er iets veel interessanters aan de gang: HET CDA MAAKT Z’N COMEBACK. In mijn eigen omgeving hangt het al een tijdje in de lucht. De aversie tegen het CDA neemt af, naarmate de afstand tot de ouderwetse arrogantie van de macht toeneemt. Mensen op straat lopen niet meer, zoals een paar jaar geleden, om de stands en campagnemensen van het CDA heen. Er is een stille terugkeer. Hoewel … stil? Graag wijs ik op twee ingezonden brieven uit Trouw van gisteren en eergisteren. Lees, en tril mee! Ik heb wat accenten aangebracht in de tekst bij passages die mij in het bijzonder opvallen.

Trouw, 6 september 2012
Louteringsproces
Al lange tijd stem ik geen CDA meer: iets te veel op macht belust en te weinig oog voor de underdog. Trouw enthousiasmeert me beslist niet om dit stemgedrag te veranderen. Maar alles is anders aan het worden. De macht van het CDA is ineengeschrompeld en de partij is zelf underdog geworden. Het CDA ondergaat een louteringsproces en kennelijk raakt me dat. Haar programmapunten er nog eens op nagezien: Europagezind,  evenwichtige aandacht voor bevolkingsgroepen enz. Niet slecht. De ingrediënten heeft ze in huis. Waarachtig, VOOR HET EERST SINDS VELE JAREN GA IK WEER CDA STEMMEN!
(Een lezer uit Den Haag)

Trouw, 7 september 2012
CDA houdt de poot stijf
Tot vijf keer toe werd CDA-lijsttrekker Buma in het Carré-debat gevraagd of het CDA de PVV als coalitiepartner afwees en tot vijf keer toe bevestigde hij aan gespreksleider Petra Grijzen dat hij dat zou blijven doen. Bij de derde keer hoorde ik geen haan kraaien, dus we kunnen er gerust van uitgaan dat het CDA zijn poot stijf zal houden. Dat is een positieve ontwikkeling. Voor velen wellicht aanleiding om TERUG TE KEREN NAAR DE PARTIJ die zich zo min mogelijk inlaat met de waan van de dag. Laten we het hopen.
(Een lezer uit Krimpen aan den IJssel)

Ik wijs er ook op, dat – against all odds – Buma beter heeft gescoord in het Carré-debat dan velen hebben vermoed. Op de social media was hij nr. 4, en na de drie  toppers van nu met prognoses van ver boven de 25, is dat een prestatie van formaat.

De opmars van het CDA is begonnen. Wie nog campagne gaat voeren, mag dit uitseinen. Retweet, verspreid, kopieer dit bericht totdat honderdduizenden het hebben gelezen.  Je weet nooit wat er in een paar dagen kan gebeuren. Roemer zakt, Samsom stijgt, Wilders is weg, en het CDA kan alleen maar winnen. Op naar de 24 zetels!

Alvast gefeliciteerd.

zaterdag 25 augustus 2012

Wie gaat er regeren?


Het antwoord op deze vraag lijkt voor de hand te liggen: dat merken we op en na 12 september wel. Immers, de kiezers bepalen de samenstelling van de Tweede Kamer, en vandaaruit wordt een regering gesmeed.
Maar niets is minder waar, zo lijkt het. Morgenavond (zondag 26 augustus) leidt het bekende CDA-lid Frits Wester een discussieprogramma op RTL4, geheten het “Wat kiest Nederland: Het Premiersdebat”. Aan dit programma, waarvoor drie uur (incl. reclame-onderbreking) is uitgetrokken, nemen vier mensen deel, die kennelijk als serieuze premierskandidaten gezien worden: Rutte, Samsom, Roemer en Wilders.
Het Nederlandse publiek krijgt op deze manier een keuze voorgeschoteld van mensen die RTL4 geschikt acht als kandidaat voor deze functie. Het zijn niet de leiders van de vier grootste partijen in de Tweede Kamer van dit moment. Op alle kieslijsten staan de partijen in de volgorde VVD, PvdA, PVV, CDA. Dan zou het toch voor de hand liggen om de leiders van deze partijen uit te nodigen.
Maar dat is niet gebeurd, omdat men de meest recente peilingen als leidraad heeft genomen. Toch even een overzicht van de eerste vijf partijen van de kieslijsten:
TK
24-8-2012
Verschil
VVD
31
34
3
PvdA
30
22
-8
PVV
24
19
-5
CDA
21
14
-7
SP
15
30
15

Er is één echte virtuele winnaar, en dat is de SP. De VVD incasseert de premierbonus nauwelijks, maar staat wel op virtuele winst. De PvdA is de grootste verliezer, en bij de PVV is het verlies nog veel en veel groter, als je in aanmerking neemt dat de partij in deze regeerperiode ooit op 33 zetels in de peilingen heeft gestaan. Het CDA is virtueel de kleinste, maar verliest ten opzichte van voorgaande verkiezingen en peilingen minder dan de PvdA en PVV.
Wellicht heeft men in de studio’s van RTL4 niet meer plaats dan voor vier kandidaten, misschien kan Frits Wester niet meer dan vier kandidaten aan, maar dat lijkt mij allebei niet waar.
Dan het volgende: de SP en de PvdA gaan niet samenwerken met de PVV, zo hebben deze partijen meegedeeld. Bij de VVD is men daar iets minder terughoudend over, maar de peilingen van nu (en naar aan te nemen de uitslagen van 12 september) geven geen meerderheid aan van deze twee partijen. De kans dat Wilders premier wordt, is derhalve nihil. De kans dat Rutte premier wordt van een kabinet VVD-PVV is evenzeer verwaarloosbaar.
Dat betekent, dat de partijen die aan het debat deelnemen, samen geen eens een premier kúnnen leveren. Als de peilingen van nu waarheid worden, hebben de drie resterende partijen tijdens het Premiersdebat een onwerkbare meerderheid: 34 + 22 +30 is weliswaar 86, maar een kabinet met VVD en SP is misschien iets minder verwaarloosbaar dan de hierboven gegeven alternatieven, maar kansrijk is het niet. Als het alleen van deze partijen afhangt, wordt er dus niemand in het Premiersdebat premier.

De enige mogelijkheid om premier te worden is een meerderheid, waarbij het CDA de enige partij is die de benodigde aanvulling kan leveren. Wellicht als kleinste regeringspartij (als D66 en/of CU niet nodig zouden zijn), maar dan nog.
Even in de wat oudere en wat nieuwere geschiedenis. Het kabinet-Biesheuvel bestond uit de KVP met 21,8% van de stemmen, de VVD met 10,3% en de ARP met 8,5%. Ook deden de CHU (6,3%) en DS’70 (5,3%) mee. Biesheuvel was lid van de derde grootste partij, de ARP. Sindsdien is het niet meer voorgekomen, dat een kleinere regeringspartij de premier leverde, maar onmogelijk en ondenkbaar is het niet. In dit verband is ook de vorming van het laatste kabinet veelzeggend: een grote VVD die gewonnen had (31 zetels), en een CDA dat op zwaar verlies uitkwam (21 zetels) verdeelden het aantal ministerposten gelijkelijk.
De kans dat het CDA mee moet doen met een nieuwe regering is aanmerkelijk, gelet op bovengenoemde cijfers. De kans dat zij ook de premier zal leveren, is weliswaar heel klein, maar dat de nieuwe premier nadrukkelijk uit moet gaan van deelname van het CDA aan een nieuwe coalitie, is nagenoeg onvermijdelijk.
Daarom zou het voor de hand gelegen hebben om bijv. de kansloze premierskandidaat Wilders niet uit te nodigen, maar in plaats van hem iemand met wie de nieuwe premier (Samson? Roemer? Rutte?) rekening heeft te houden. Buma dus, namens het CDA.
Dat is helaas niet gebeurd, want, zoals gezegd, RTL4 heeft al gekozen. De realiteit doet dan minder ter zake. Het Nederlandse publiek moet het doen met een onverantwoorde en onjuiste voorselectie. Jammer, heel erg jammer.



dinsdag 21 augustus 2012

Vredenburgberaad: oproep aan PvdA en CDA

Naast allerlei inmiddels bekende overlegstructuren binnen het CDA is er ook een nog niet zo bekend overleg geweest tussen het CDA en de PvdA (of andersom, zo u wilt).
Twintig leden van deze partijen, die geen actieve functie in de landelijke politiek hebben, zijn in de afgelopen maanden een aantal keer bijeen geweest in het zalencentrum Vredenburg in Utrecht, op loopafstand van het meest centrale Centraal Station van Nederland. Het overleg heet dan ook, voorspelbaar: Het Vredenburgberaad.
Vandaag, 21 augustus, zouden de teksten die in het Vredenburgberaad tot stand zijn gekomen, ook op mijn website gepubliceerd worden. Echter uitgerekend op dit moment heb ik geen toegang tot mijn site. Ik verwijs daarom graag naar de plek, waar de teksten wél te vinden zijn.
U komt dan op de webstek van zingeving.net van de PvdA, en op de voorpagina kunt u al doorklikken naar de oproep. Het gaat om deze link voor de voorpagina, en om deze link voor het complete verhaal.
Adhesiebetuigingen en vragen, aanbevelingen en opmerkingen kunt u kwijt op dit emailadres.
Dat is campagnevoeren voor twee partijen tegelijk!

zaterdag 21 januari 2012

Dualisering in CDA: vernieuwing op z’n best


Wie wil weten, hoe politiek nieuwe stijl bedreven behoort te worden, moet naar de partij kijken met de oudste wortels in onze parlementaire democratie, het CDA. Met het geruchtmakende congres in 2010 hield de transparantie van deze partij heel Nederland een dag aan de buis gekluisterd. In 2011 waren wederom alle camera’s op een partijbijeenkomst gericht. Ook toen is duidelijk geworden, dat het koekoek-een-zang van de meeste (grotere) partijen bij het CDA tot het verleden behoort. En nu er een buitengewoon congres, eigenlijk een oversized nieuwjaarsreceptie wordt gehouden, vangt de partij wederom ieders aandacht – en terecht.

Het baanbrekende proces heet dualisering. Net zo goed als er tussen een regeringssmaldeel en de gelieerde fractie verschillen kunnen bestaan over bepaalde thema’s, kan dat ook binnen één partij. Want een partij is natuurlijk een optelsom van verschillende onderdelen. Allereerst is een partij altijd een ledenpartij; mensen betalen voor het lidmaatschap in ruil voor de mogelijkheid hun politieke standpunten kenbaar te maken en mee te doen. Ten tweede is er (vanuit landelijk perspectief gesproken) een afvaardiging van CDA-leden in de Tweede Kamer. Vandaaruit worden coalitie- en andere bondgenootschappen gesloten, deals gemaakt en beleid geformuleerd, waarin het CDA- standpunt zo goed mogelijk naar voren komt. En ten derde zijn er de leden met regeringsverantwoordelijkheid, die zich aan een heel helder geformuleerd coalitieakkoord moeten houden. Omdat in ons land de regerende en uitvoerende macht niet geheel gescheiden zijn, worden de laatste twee groepen vaak onder één noemer gebracht.

Binnen het CDA is volstrekt duidelijk geworden, dat de periode van eenheidsworst achter de rug is. Zo’n structuur is niet meer van deze tijd.

De leden in de Tweede Kamer en de regering moeten zich voor een groot deel laten leiden door de programma’s die in het verleden (2010) zijn afgesproken. De leden van de partij zelf, de beroemde 70.000, vormen niet langer het sluitstuk van beleid, maar de oorsprong ervan. Leden gaan met elkaar, het bestuur, regering en Kamer in gesprek over het beleid dat thans wordt uitgevoerd, en waar de noodzaak tot vernieuwing is gelegen. Daarbij is niet een reeds bestaand document, zoals een coalitieakkoord of regeringsprogramma bindend, maar een document dat ofwel nog niet bestaat, ofwel voortdurend in ontwikkeling is, te weten het nieuwe verkiezingsprogramma.

Bezig zijn met de uitvoering van bestaand beleid en tegelijkertijd met de leden in discussie blijven over vernieuwing en evaluatie: dat is het dualisme binnen het CDA, en daarin is de partij voor zichzelf en voor de hele parlementaire democratie helder en verfrissend nieuw. Het zal wel ernstig wennen zijn voor veel critici en collega’s, en er zal wel veel jaloezie ontstaan over zoveel openheid en duidelijkheid, maar dat laat onverlet, dat hier een sterk punt ligt van het zich vernieuwende CDA. Je kunt Verhagen niet aanspreken op de wens van een meerderheid op een congres: hij is verantwoordelijk voor het regeringsbeleid en de rol van het CDA aldaar. Je kunt Peetoom niet verantwoordelijk houden voor strijdigheden tussen de wens van het congres en de afspraken binnen de regering. En Van Haersma Buma is verantwoordelijk voor een goede controle van de regering en voor nauw overleg met de partij, en staat als het ware op de brug tussen deze twee lijnen. Hoeveel helderheid wil je hebben?

Verhagen omarmt met zijn verklaringen eerder deze maand deze analyse. Er is geen plaats voor één leider, te meer omdat dat in het CDA altijd de gekozen lijsttrekker is. Tot aan de komende verkiezingen is er in het CDA sprake van een triumviraat, en dat is in historisch perspectief een beloftevolle periode.
Groeien gaat niet vanzelf: het CDA zal met vallen en opstaan deze nieuwe weg moeten gaan bewandelen. En als je de voortekenen goed op je in laat werken, moet je wel tot de conclusie komen, dat dat een weg omhoog zal zijn. Er komen nog twee congressen aan dit jaar, naar verwachting weer even inhoudsvol, spectaculair en vernieuwend, zoals we inmiddels gewend zijn. Het nieuwe dualiserende CDA staat in de steigers, wen er alvast maar aan.

Jan de Visser
Maassluis
----------
Jan de Visser is oud-wethouder, advocaat, voorm. kandidaat-voorzitter voor het CDA, en schrijver van het boek Herkenbaar anders: het CDA 2.0

maandag 16 januari 2012

Limburg symbool voor het nieuwe CDA


In Limburg schijnen stemmen op te gaan om een katholieke en conservatieve zusterpartij van het CDA op te richten, of liever gezegd om een gedeelte van de partij af te splitsen en zelfstandig door te laten gaan.

Ergens anders in de partij klinkt nu al kritiek op het rapport van de commissie-Hertaling, en wel over het begrip compassie. Dat is een prima begrip voor een CDA’er, maar niet voor het CDA als politieke beweging.

Sommige  leden van de partijtop worden hier zenuwachtig van; ten onrechte. Deze mogelijkheden maken eenvoudigweg deel uit van het CDA-nieuwe stijl. Ik neem de eerste groep als voorbeeld.

Na 21 januari worden er tal van bijeenkomsten gehouden naar aanleiding van de presentaties van aankomende zaterdag. Daar kunnen alle ideeën, opmerkingen, kritiekpunten en wijzigingsvoorstellen gelanceerd worden. Maar daar stopt het niet mee. De nieuwe structuur van de partij is zodanig, dat iedereen permanent kan bijdragen aan veranderingen. Laat “Limburg” een stevige groep gaan vormen, via bijeenkomsten, netwerkgroepen, Facebook-clubs enz. enz. Laat vandaaruit voortdurend geluiden horen richting de partij over de richting, de inhoud, het doel en de methode van de partij.

Er komt een zgn. permanent politiek platform, dat zich, zoals de naam al aangeeft, voortdurend en uitsluitend bezighoudt met wat er in de partij leeft, groeit en broeit. Het overleg tussen “Limburg” dat platform kan precies datgene opleveren, wat men wenst: invloed op de inhoud en de koers van de partij. Het is niet nodig daarvoor af te splitsen of een onderafdeling te creëren. Het CDA-nieuwe stijl moet het van dit soort groeperingen juist hebben.

Niet langer legt de partij van bovenaf op welke koers individuele leden moeten varen, maar seinen individuele leden of groepen van leden naar de partijtop uit waar het heen moet. De partij moet niet links, moet niet rechts, maar moet van onderop gevoed en gedragen worden.

Limburg heeft de mogelijkheid om de rest van het CDA te laten zien, hoe het CDA-nieuwe stijl werkt. Ik ben benieuwd!

maandag 9 januari 2012

Een Brinkman-faal?



Een paar dagen moest het op me inwerken: zou Brinkman werkelijk Ruth Peetoom hebben gevraagd of zij Maxime Verhagen tot partijleider wilde benoemen? Ik kan het me bijna niet voorstellen. Als het werkelijk zo is, moet Brinkman …

Ten eerste: er is maar één partijleider, en dat is degene die voor de TK-verkiezingen als lijsttrekker is gekozen.  Jan-Peter Balkenende dus. Na diens vertrek was die positie dus vacant. En het is eenvoudigweg niet mogelijk om een nieuwe lijsttrekker te kiezen: de Kamer is allang geïnstalleerd, opengevallen plaatsen worden ‘uit de lijst’ opgevuld, en meer smaken zijn er niet. Zelfs als er zich het uitzonderlijke geval voor zou doen, dat alle kandidaten een andere baan zouden vinden, of om andere redenen uit de Kamer zouden vertrekken, dan kunnen er geen mensen van buiten de lijst in de Kamer benoemd worden. Dus: geen verkiezingen, geen lijsttrekker. Mij lijkt, dat ook iemand als Brinkman dit wel weet.

Ten tweede: het is ook volstrekt helder dat het aanwijzen van een partijleider, lijsttrekker, kandidaat-Kamerlid oid., voorbehouden is aan het partijcongres. Dat weet iedereen, ook Brinkman. Wie het congres wenst te omzeilen, krijgt het tegen zich; einde discussie. Mocht Brinkman bedoeld hebben, dat Peetoom het congres deze vraag had moeten voorleggen, dan is hij op zijn wenken bediend: het congres heeft zich hierover uitgesproken. Alleen het congres wijst zo’n leider aan. Jammer voor Brinkman.

Ten derde: Brinkman speelt wel een hoog machtsspel als hij Peetoom met deze vraag confronteert. Een ‘nee’ betekent een enorm gezichtsverlies voor deze ervaren politicus. Als hij dat risico genomen heeft, weet hij ook wat de gevolgen zijn voor een ‘nee’ in de verhouding tussen de partijvoorzitter en de fractie in de Eerste Kamer. Een eventueel ‘ja’ zou betekend hebben, dat niemand van deze actie-Brinkman had vernomen, omdat er binnen de partij een enorm gekonkel zou zijn losgebarsten over dit onderwerp, waarbij Ruth het had moeten ontgelden, en er voor Brinkman geen positie overbleef.

Ten vierde, een beetje het vervolg hierop: Of het nu een ‘ja’ of een ‘nee’ zou worden, het zou altijd een versterking van de positie van Peetoom met zich meebrengen. Door haar de vraag voor te leggen, heeft hij ook het proces en de regie aan haar uit handen gegeven. Nu geloof ik veel van wat er over Brinkman wordt beweerd, maar dit niet.

En daarom: ik kan me niet voorstellen, dat Brinkman …