De afgelopen dagen hebben we een korte vakantie
gehouden. En kort of niet: er viel veel achterstallig leeswerk in te halen. Zo
zaten Carel ter Linden’s “Wat doe ik hier in Godsnaam” en Francis Spufford’s “Dit
is geen verdediging” in de boekenkist.
Wie deze boeken wil lezen, kan dat volgens mij het best in bovenstaande volgorde doen. Eerst word je door
Carel te Linden tot een soort religieuze en spirituele atheïst omgedoopt, en
dan krijg je via een snelle, humoristische en grondige onderdompeling in de
overwegingen van een niet-theoloog honderdduizend redenen om gewoon of beter
gezegd enthousiast christen te blijven.
Carel gelooft niet meer in een schepper, maar wel in de God
van Israël. Waar die laatste vandaan komt, blijft vaag: het is eigenlijk alleen
maar de God van de verhalen; meer niet. Die God van Israël en de bijbelverhalen
heeft op zich niets te maken met het ontstaan van het leven, ook niet met het leven
hier en nu, laat staat met het leven na de dood. De evolutietheorie heeft volgens Carel sterkere papieren dan het geloof van het oude joodse volk, dus kan er geen God zijn die de dingen gedaan heeft die in Genesis 1 beschreven staan.
Bidden is een innerlijk
gesprek, verbonden met die God van Israël. Die God is dus niet de God die
volgens de joodse psalm ‘hemel en aarde’ gemaakt heeft, of trouw blijft aan het
werk zijner handen, maar je kunt je wel met Hem verbonden voelen. En die God,
hoe gek het ook klinkt, die God is nog niet af, maar vormt wel 'het Essentiële' (compleet met hoofdletter) voor het bestaan. Mooier en diepzinniger wordt het niet.
Francis Spufford neemt het in zijn boek op tegen de nieuwe
atheïsten zoals Richard Dawkins, maar het is tegelijkertijd veel meer dan dat.
Het is geen verdediging, geen apologie, althans dat verraadt de titel. Het laat
zich raden dat het evenwel niet anders is dan één sterk betoog waarin allerlei
argumenten zijn opgenomen ten faveure van het christendom.
Anders dan vele critici van het christendom begint Spufford
niet met een betoog over God, maar met een verhaal over mensen. En mensen zijn
zondig. Alleen, als je dat zo zegt, ben je het grootste gedeelte van je publiek
al kwijt, want: wat is zonde? En zeker in het Engels: wat is ‘sin’? De meeste
Engelse reclameteksten met het woord ‘sin’ erin gaan over erotiek, drank of
chocola. Spufford geeft het verschijnsel een andere naam: het is de menselijke
neiging om dingen te verkloten, en hij kort dat verschijnsel in zijn boek dan
ook steevast af tot de MNoDtV. Daarna komen tal van typisch christelijk begrippen
langs met soortgelijke onorthodoxe benamingen. Vergeving presenteert Spufford in
een hoofdstuk onder de titel: het Internationale Verbond van Schuldigen.
Verrassend en verhelderend van begin tot eind.
Wie het boek van Carel ter Linden wil lezen, moet het vooral
niet laten. Maar lees daar dan wel Francis Spufford achteraan – dat verheldert veel, misschien met name wel over het verschil tussen een theoloog en een gelovige.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten